De 'sport' darten

Darten heeft, op z’n zachtst gezegd, niet echt het imago van een echte sport. Dikke mannen die pijltjes gooien en bier drinken, dat beeld bestaat nog altijd. Ook al gaat het er al jaren niet meer zo aan toe op de toernooien die we op tv zien. Ja, de dikke mannen zijn er nog altijd, maar het bier is weg. En aan de volle zalen te zien in bijvoorbeeld de Premier League is het als het om toeschouwers gaat wel degelijk een sport.

Die stelling, dat darten een echte sport is, probeer ik al lange tijd te verdedigen. Het is misschien niet een fysieke sport zoals wielrennen of voetbal, maar er wordt door de toppers hard getraind, de wedstrijden kunnen van hoog niveau zijn, en de aandacht van fans en televisie is groot. Dan zou je kunnen zeggen: dat is een sport. En dat zeg ik dan ook altijd.

De laatste tijd dart ik zelf regelmatig wedstrijden en toernooien, op recreatief niveau, en door de ‘buitenwereld’ wordt dat zeker niet altijd begrepen. Immers, dat beeld van dikke mannen die pijltjes gooien en bier drinken is er nog altijd. En terecht, weet ik nu. Want het bier is bij de mannen op televisie wel verdwenen, maar in het amateurcircuit absoluut niet.

“Na 11 uur ben ik niet meer te verslaan.” Dat is een uitspraak van een speler waar ik wel eens tegen dart. Na 11 uur ’s avonds bedoelt hij dan, maar meer nog na een aantal biertjes. Een flink aantal biertjes. Hij is zeker niet de enige die dat nodig blijkt te hebben om goed te spelen, maar het werkt wel echt: na 11 uur is hij veel beter dan om bijvoorbeeld 9 uur.

Natuurlijk, een biertje om de wedstrijdspanning wat weg te nemen en zo relaxter te gooien, daar vind ik nog niet zo veel mis mee. Maar dit zijn heel andere hoeveelheden, de hoeveelheden die het ‘oude’ beeld van darten volledig bevestigen. Ik stond laatst de scores bij te houden bij een wedstrijd, en keek op een gegeven moment even naar de andere kant van de zaal, waar ook een wedstrijd bezig was. Daar zat een team hoor: 4 man, naast elkaar, biertje in de hand, en een strak gespannen t-shirt boven de broek uitpuilend.

Ik weet niet of ik de stelling dat darten wel degelijk een sport is serieus kan blijven verdedigen. In ieder geval niet op basis van wat ik in de amateursport zie. Gelukkig voldoe ik zelf niet aan het beeld, maar te veel anderen dus wel. Hopelijk kan Michael van Gerwen mij vanavond heel andere beelden geven. Als er iemand kan laten zien dat het een sport is, dan hij wel. Ik trek er in ieder geval een biertje bij open.