[Tour] De tien kleine negertjes

De kale berg was weer een hel
Vraag dat maar eens aan Mollema
Maar Froome weerstond het vagevuur
En niemand deed hem dat nog na

Je ziet hem al van ver. Dreigend steekt hij af tegen de lucht. Als een reusachtige cycloop die jou als renner wil vermorzelen. Steeds groter en dreigender wordt hij als je dichterbij komt. Je probeert je te verstoppen in het bos, maar hij vindt je altijd. Zijn hete adem verbrandt je longen bijna als je naar zijn top rijdt. Je wordt heel klein in de kale omgeving. Een nietig persoontje dat de eer heeft de berg te nemen. Je neemt de berg trouwens niet, de berg neemt jou.
Maar vandaag nam één man het tegen hem op. Chris Froome. Hij bedwong het monster op een heldhaftige manier.

Het was vandaag Quatorze Juillet en dus konden we veel Fransen verwachten aan het front.
Dat was wel te merken aan het begin van de etappe, maar aan het einde niet meer. In de kopgroep reden vijf Fransen. Aan de voet van de Mont Ventoux sprong Chavanel weg. Riblon volgde. Chavanel kwam uiteindelijk binnen met een kwartier achterstand op Froome. De beste Fransman was Péraud op de tiende plek. Een paar seconden eerder kwamen twee Nederlanders bijna kotsend boven, maar ze hadden hun posities gehandhaafd. De hel had ze wel gesloopt maar niet vernietigd.

Ik mag toch wel vaststellen dat Movistar bijzonder dom rondrijdt in de Tour. Quintana mag dan tweede in de rit zijn geworden en de witte trui weer om zijn schouder hebben, maar dat lag beslist niet aan de tactiek van de ploeg. De halve dag reed Movistar op kop om het gat met de kopgroep niet te groot te laten worden. Waarom? Laat Sky dat lekker doen. Die konden nu relatief gemakkelijk meepeddelen en gas geven op het bergje vlak voor de Ventoux. Daar moesten veel renners al de handdoek gooien en die handdoek hadden ze nu juist zo hard nodig, want op de flanken van de Ventoux verlies je heel wat zweetdruppeltjes.

We moesten wel tot de kleine Madeleine wachten voor er iets gebeurde dat de moeite waard was. De kleine Madeleine was aanleiding voor Sky om hard op kop te gaan rijden. Meteen was heel Movistar weg. Heel Movistar? Twee renners van die ploeg bleven moedig weerstand bieden aan de Engelse overheersers. Een van de twee ging al vroeg in de aanval. De ander ging eraf. Valverde zou ook zonder de waaieretappe vandaag door Bauke van de tweede plaats zijn gereden. Daar hoeft hij dus niet meer boos over te zijn. De tweede plek is gewoon terecht voor Bauke. Hij moet wel op gaan passen voor Contador, Kreuziger en Quintana.

De strijd om de gele en groene trui lijkt ondertussen wel beslist. Froome moet wel veel pech krijgen, vallen of een grote fout maken om nog de zege in Parijs uit handen te geven. De kleine hulk Sagan kan de groene trui ook nauwelijks nog ontgaan zonder pech. Ook vandaag was hij weer slim. Meegaan met de kopgroep tot de tussensprint.

Daarna begon het verhaal van de tien kleine negertjes. Eerst ging negertje Hesjedal eraf, daarna gingen negertje Pinot en negertje Schleck eraf. Die waren dus al vroeg gelost. Negertje Evans kwam later. Op het laatst was er nog maar één negertje over en dat negertje kwam inderdaad uit Afrika. Hij won zoals ooit Armstrong dat deed. Toch heb ik voor Froome meer sympathie. Hij lijkt zo kwetsbaar en onbeholpen en is ook veel aardiger in zijn interviews na afloop. Hij wilde niet eens winnen. Quintana mocht best winnen van hem. Inderdaad, dat hebben we gezien.

Het leukste plaatje van de dag: Er is een uitdrukking in het wielrennen. Als een renner stopt, dan hangt hij zijn fiets aan de wilgen. Dat plaatje heb ik vandaag echt gezien. Een boom langs de route met daarin een groot aantal fietsen.

Renner van de dag: Laurens ten Dam is voor mij renner van de dag. Hij was sterker dan Mollema, maar bleef Bauke toch steunen. Hij analyseerde tijdens de rit de situatie. Hij wist dat hij niet van Froome kon winnen en dus niet de etappe zou winnen. Dan maar voor beiden de plaatsen in het klassement verdedigen. Hulde!

Morgen de tweede rustdag.

De renners rusten in de Vaucluse. Het is niet bekend waar in de Vaucluse, maar het zou me niets verbazen als de avondetappe uit Avignon komt. Dat is een stad met veel verleden. Een mooie stad ook. Ik ben er zelf twee keer geweest. De eerste keer in 1991 met een groep fietsers. We zaten op een camping tegenover de bekende brug uit het liedje Sur le pont d'Avignon. Je moet wel opletten als je daarop danst, want voor je het weet flikker je in het water. De brug is namelijk nog maar half in tact.
De hele groep had de pest in, want toen we onze tenten bijna hadden opgezet, kwamen er een paar Oostenrijkers met een caravan en die wilde de plek waarop onze tenten stonden. Het was namelijk eigenlijk een plek voor caravans. Nu waren er plekken zat, maar zij wilde precies daar staan. Wij moesten dus onze tenten weer afbreken en ergens anders weer opbouwen. Het was vijfendertig graden. Nu was het ook een zwoele avond en een zwoele nacht. De meeste fietsers sliepen gewoon buiten, maar we gingen pas zeer laat slapen en de wijn vloeide rijkelijk. Van het een kwam het ander en van het ander waren ineens de banden van de Oostenrijkse caravan leeg.
De tweede keer hadden mijn vrouw en ik een hotel even buiten Avignon. Dat was in 2008. We gingen op de fiets naar de pauzenstad en zetten onze fiets tegen een rek met een stang, vlakbij de stadspoort. Nadat we de stad hadden bezichtigd, dronken we nog even iets op een terrasje vlakbij de fiets. Op een gegeven moment zagen we een vrouwtje haar fiets tegen de onze zetten en verschrikkelijk klungelen met haar kettingslot. Ze wilde het aan de stang bevestigen, maar dan moest dat slot over onze fietsen. Dat was natuurlijk een hele puzzel, want onze fietsen moesten wel vrij blijven. Uiteindelijk had ze het voor elkaar, dachten we. Dat het niet zo was, merkten we pas toen we bij onze fietsen kwamen en zagen dat het slot zodanig over onze fietsen was bevestigd dat we ze nooit tussen het rek en haar fiets uit konden krijgen. Maar goed, van het een kwam het ander en van het ander kwam een verfrommelde damesfiets die onze fietsen niet meer in de weg stond.
Leuke stad trouwens, Avignon. Het Palais des Papes is de moeite van een bezoekje waard. En op het grote plein voor het paleis kun je lekker op een terrasje van al dat moois genieten. Toen we er in 2008 waren, was er ook heel wat te doen. Veel pers en politie. En we ontdekten wat het was. Er kwamen constant zwarte auto's aan bij het plein en daaruit stapten veel mannen in zwarte en grijze pakken en vrouwen in grijze mantelpakjes. Ze droegen allemaal laptopjes en hadden beslist topsalarissen. We kwamen zelfs een rijtje van die zwarte auto's tegen en herkenden in één van hen een bekende Franse president. Een klein mannetje met een lekker wijf. Sarkozy had de Europese ministers uitgenodigd om over samenwerking met Rusland te praten.
Zouden de renners de stad bezoeken? Ik denk het niet. Die moeten natuurlijk weer een stukje fietsen, een persconferentie geven, gemasseerd worden, enorme bergen pasta eten en vroeg gaan slapen. Wat een kutleven!