[Tour] Mot met de pers

Vooraf dacht ik van Mollema:
Die rijdt een beetje mee
Maar nu de derde week begint
Staat hij nog nummer twee

Zoetemelk zei ooit dat je de Tour in bed wint. Ik doe altijd andere dingen in bed en daar win je beslist de Tour niet mee, denk ik. Maar Mollema lijkt wat dat betreft wel de opvolger van Joop. Volgens Thijs Zonneveld valt hij gewoon overal in slaap. Toen ze hem gisteren voor de etappe vroegen of hij uitgeslapen was, bleek dat niet het geval. Hij moest te vroeg opstaan, want de etappe begon vroeg. Misschien had hij daarom niet de kracht om met Froome mee te gaan. Hoewel ik denk dat Froome toch nog iets te snel voor hem klimt. Mollema moet het hebben van een vast ritme. Net als Zoetmelk trouwens. Hij gaat het beslist de komende week moeilijk krijgen. Contador en Kreuziger staan niet ver weg en Quintana komt eraan. De kleine Colombiaan moet hij proberen in de tijdrit weer op grotere achterstand te zetten, maar dat zal dit keer niet meevallen, want er zitten twee bergjes van de tweede categorie in de rit. En dan komt ook nog de loodzware rit met twee keer de Alpe d'Huez. De dag daarna moeten de renners nog twee van die Alpenreuzen. Als toetje is er dan zaterdag nog een aankomst bergop. Ga er maar aanstaan met drie sterke jongens achter je. Maar als hij vijfde zou worden, vind ik het nog knap. Mollema is zesentwintig. Froome achtentwintig en dat is volgens kenners de leeftijd waarop een wielrenner pas helemaal volgroeid is. Contador is dertig. We zullen zien wat het wordt. Eén ding is zeker: Op de Alpe wordt het een gekkenhuis.

Froome is vandaag weggelopen bij de persconferentie. Ik denk dat ik hetzelfde zou hebben gedaan. Wat een gezeik steeds over doping. Zijn er nou echt geen andere vragen te stellen? Stel, dat Froome gebruikt heeft. Dan gaat hij dat net zomin zeggen als Armstrong dat deed. Als je dan als journalist wilt weten of de man doping gebruikt, ga dat dan uitzoeken. Ga voor mijn part undercover ergens en probeer de hand te leggen op bewijzen. Van dit soort domme vragen wordt niemand wijzer. Ga lekker naar Tyson Gay en zijn vijf collega's en ga daar zitten zeiken over doping
Mart Smeets zit er ook bijna iedere avond over door te zeuren. En die doet dat dan nog steeds over gevallen van vijftien jaar geleden. In die tijd zocht hij nooit iets uit over doping en kroop hij Armstrong zowat in zijn reet. En nu houd ik er ook over op. Maar het moest er even uit.

Froome vind ik trouwens wel een leuke renner. Het ziet er niet uit zoals hij rijdt. Maar hij gaat wel hard. Journalisten vinden het misschien gek dat hij zo sterk is, maar ik heb Contador toch ook vaak zien demarreren op een berg in het verleden. Dan kon ook vrijwel niemand zijn wiel houden. En er zijn er wel meer geweest die iedereen uit het wiel reden. Eddie Merckx bijvoorbeeld. Of Bernard Hinault. Om er maar een paar te noemen.
Froome doet het wel weer anders dan bijvoorbeeld Armstrong. Die knalde weg en bleef in één tempo naar boven rijden. Froome maakt meer sprongetjes, net als veel echte klimmers. Ik ben benieuwd of hij ook de spirit heeft om een aantal jaren achter elkaar de Tour te willen winnen. Hij had beslist vorig jaar al kunnen winnen, want hij klimt veel beter dan Wiggins. Hopelijk voor de rest wil hij, net als Wiggins, niet ieder jaar dezelfde intensieve arbeid verrichten om de Tour te kunnen winnen. Juist dat is voor mij een aanwijzing dat Wiggo zijn zege schoon heeft verdiend.

Morgen naar Gap

Op weg naar Gap komen de renners door Brantes. Een piepklein dorpje dat als het ware tegen de Pié-Chastel klif aan is geplakt. Vanuit het dorpje heb je een schitterend uitzicht op de Mont Ventoux. De Nederlanders kennen meestal wel het kunstenaarsdorp Saint-Cirque-Lapopie. Dat dorpje in het departement de Lot wordt iedere zomer overspoeld door toeristen. Brantes heeft geen last van hordes toeristen. Maar er wonen wel kunstenaars. Ze maken de Provençaalse 'santons'. Dat zijn handgeschilderde kerstfiguren van klei. De eerste werden gemaakt door de Achttiende Eeuwse kunstenaar Lagnel gedurende de Franse revolutie. De kerken werden in die tijd gesloten en deze figuren waren voor de gewone mensen thuis. Zo konden ze toch het kerstfeest vieren. Het was een uiting van burgerlijke ongehoorzaamheid. Geloofsuitingen mochten niet meer in die tijd. De kunst van het maken gaat van ouders op kinderen over. De makers van de 'santons' heten santonniers. Naderhand werden ze op de markten van Marseille verkocht en werden ze in heel Frankrijk en ver daarbuiten erg populair. Je hebt ook de 'Santons Habillées'. Die dragen Provençaalse kleding.
De renners dragen die kleding niet. Die hebben hun gewone fietskloffie aan. Nou, gewoon. Jij en ik gaan die kleding niet zomaar kopen, hoor. Zeker niet in deze crisistijd.