Historisch: Frankrijk 1979

Gilles Villeneuve was een coureur met een theorie. Hij benaderde het autoracen vanuit een bijzondere -- en bijzonder gevaarlijke -- visie, die door weinig collega's is overgenomen. Villeneuve geloofde in de "gap theory", een theorie die ervoor zorgde dat zijn acties altijd spectaculair en soms schijnbaar onmogelijk leken.

De gap theory van Gilles Villeneuve behelste de simpele aanname dat er altijd een manier was om andere wagens voorbij te komen. Hij geloofde dat er bij calamiteiten of moeilijke inhaalacties altijd een juiste manoeuvre bestond, die hem zou leiden naar een vrij stukje asfalt waar hij contact met andere wagens kon vermijden. Het leverde inderdaad spectaculaire races op. Het leidde ook tot zijn dood, in 1982.

De Canadese coureur gebruikte zijn gap theory overigens ook buiten het circuit. Sid Watkins, de hoofdarts van het Formule 1-circus, beschreef een rit in Villeneuve's huurauto: "Hij negeerde alle rode verkeerslichten, liet zich licht tegen lantaarnpalen en geparkeerde auto's aanstuiteren en praatte continu. Ook als helikopterpiloot was hij roekeloos: hij vertrok vaak met de brandstofmeter op nul en manoeuvreerde tussen hoogspanningskabels door." Er bestaan ooggetuigenverslagen van Villeneuve die met een helikopter een looping boven de haven van Monaco maakte.

De Franse Grand Prix van 1979 is een van de beste voorbeelden van Villeneuve's rijstijl. Hij had een derde startplek veroverd, direct achter de twee Renaults. Renault reed als een van de weinigen met een turbomotor en voor de Franse Grand Prix had het team haar uiterste best gedaan om de wagens zo competitief mogelijk te maken en haar eerste punten te scoren. Dat lukte en de wagens van Jean-Pierre Jabouille en René Arnoux stonden dus op de eerste startrij.

Bij de start pakte Villeneuve direct de leiding. Arnoux had een slechte start gemaakt en viel terug naar de negende plaats, maar begon direct aan een opmars naar de kop. Villeneuve kreeg halverwege de race problemen met de wegligging van zijn Ferrari en moest de leiding uit handen geven aan Jabouille. Arnoux had zich ondertussen naar een derde plaats gevochten en wist het gat naar Villeneuve snel dicht te rijden.

Drie rondes voor de finish waagde Arnoux zijn aanval op Villeneuve. Op het rechte stuk remde de Fransman later en haalde de Ferrari in. Villeneuve hield zijn poot echter stijf en de twee wagens reden zij aan zij door de eerste twee bochten, voordat Arnoux de tweede plaats kon afdwingen. Een ronde later leek de strijd gestreden, maar Villeneuve wilde daar niets van weten. Hij remde extreem laat voor de eerste bocht en schoof met twee blokkerende wielen naast Arnoux.

Arnoux moest uitwijken voor de wagen van Villeneuve en de Canadees pakte zijn tweede plaats terug. Arnoux zag de perfecte finish voor Renault op zijn thuiscircuit in rook opgaan en probeerde wanhopig om de Ferrari alsnog terug te pakken. In de laatste ronde reden de twee wagens opnieuw zij aan zij door een aantal snelle bochten terwijl ze elkaar keer op keer raakten met de wielen. Arnoux wist Villeneuve opnieuw in te halen, maar ging te wijd en door het gras, wat de tweede plaats opnieuw aan de Canadees gaf.

Opnieuw wist Arnoux later te remmen en naast Villeneuve te komen, maar de Ferraricoureur was genadeloos. Hij zette zijn wagen tegen die van Arnoux en wist met de macht der wanhoop de Renault voor te blijven. Een achterblijver blokkeerde een volgende inhaalpoging van Arnoux. Terwijl Jabouille de eerste turbo-overwinning ooit behaalde, finishte Villeneuve op de tweede plaats, met Arnoux op slechts meters achter hem.

Voor Gilles Villeneuve was de uitslag van de race een logische: zijn Ferrari kon immers de snellere Renault verslaan met de juiste acties. René Arnoux had verloren, maar was niet teleurgesteld. Hij zei later: "Ja, hij heeft me verslagen in Frankrijk. Maar ik maak me geen zorgen, ik weet dat ik verslagen ben door de beste coureur ter wereld."