Historisch: Canadese muren

Dit weekend wordt de Grand Prix van Canada verreden, op een semi-stratencircuit op een kunstmatig eiland midden in de miljoenenstad Montréal. De races kennen meestal veel crashes, waaronder een opvallend hoog aantal aanrijdingen bij het oprijden van het korte rechte stuk langs de pitstraat.

Het circuit Gilles Villeneuve werd in 1978 in gebruik genomen en al tijdens het eerste raceweekend klaagden de coureurs steen en been over de smalle baan en de muren die angstaanjagend dichtbij het asfalt stonden. Twee jaar later was het eerste slachtoffer van het Canadese beton Jean-Pierre Jabouille. Tijdens de Grand Prix van 1980 brak zijn wielophanging af en boorde de Renault van de Fransman zich in de muur. De ongelukkige coureur moest uit de wagen worden geknipt en door de zware verwondingen aan zijn benen zou Jabouille nooit meer het niveau bereiken als voorheen.

In 1997 onderging Olivier Panis grotendeels hetzelfde lot als zijn landgenoot zeventien jaar eerder. Ook bij de Prost brak er iets af in de wielophanging, waardoor de wagen op hoge snelheid de baan verliet en onder de bandenstapels doorschoot. De race werd afgebroken, terwijl de marshalls grote moeite hadden om de gewonde Panis uit de wagen te bevrijden. Evenals Jabouille had Panis fracturen in beide benen en luidde het ongeluk een neerwaartse spiraal in zijn carrière in.

De muur aan de buitenkant van de chicane bij de ingang van de pitstraat is echter de grootste scherprechter geweest voor de deelnemers aan de Grand Prix van Canada. De bochtencombinatie is smal en langzaam en bij het uitkomen van de chicane proberen de coureurs maximaal gebruik te maken van het asfalt, om zo een zo hoog mogelijke snelheid te behalen aan het einde van het korte rechte stuk dat er op volgt. Wie te vroeg of te hard op het gas gaat, kan rekenen op een ruwe confrontatie met de "Mur de Québec", zoals het stuk beton spottend wordt genoemd.

Jacques Villeneuve kwam de muur in zijn kampioenschapsjaar 1997 tegen. De lokale favoriet was van de eerste rij op de grid gestart en zat koploper Michael Schumacher op de hielen, toen hij na twee ronden te wijd uit de chicane kwam en tegen de muur klapte. Zelf verklaarde hij later dat hij te hard de chicane in was gereden. De Canadees noemde later het tegenover de pers een beginnersfout.

Twee jaar later was het weer raak voor Villeneuve. Dit maal was hij in goed gezelschap, want na Damon Hill en Michael Schumacher was hij de derde wereldkampioen die in dezelfde race ten prooi viel aan de gewraakte muur. Schumacher had het achteraf over zijn "eens-per-jaar-fout" en Häkkinen maakte dankbaar gebruik van de situatie door de race te winnen, op weg naar zijn tweede wereldkampioenschap.

Bocht 14 claimde ook in 2005 weer een aantal slachtoffers Allereerst parkeerde koploper Alonso zijn Renault in de muur. Slechts acht ronden later wist ook Button de betonnen wand niet te ontwijken en ook de Brit mocht uitstappen en te voet terugwandelen naar de pits.

Ook in andere raceklasses is de muur berucht. In de race van de Champcar World Series was het Ricardo Sperafico die met overstuur de muur raakte. Hij raakte daarbij zijn achtervleugel kwijt, die door de lucht vloog en bij neerkomst een voorband van AJ Allmendinger vernielde.

Het circuit van Montréal heeft nu plannen om de NASCAR-klasse op de baan te laten racen. Gezien het feit dat er in deze klasse meestal 43 wagens tegelijk op de baan zijn en de races vaak worden onderbroken door massacrashes, is het slechts wachten tot de Mur de Québec opnieuw het toneel wordt van veel blikschade.

Submitter:  Bron: FOK!sport