Historisch: Japan 1994

In het land van de rijzende zon is regen geen uitzondering. In 2004 werd de kwalificatie uitgesteld naar zondagmorgen vanwege een naderende tyfoon en in 1992 werd de tweede kwalificatie zelfs helemaal afgelast. Neerslag tijdens de race komt minder voor, maar als het regent, regent het ook hard. Zoals in 1994.

Het kampioenschap was bij de start van het een-na-laatste raceweekend van 1994 nog lang niet beslist. Michael Schumacher was twee races geschorst geweest en Damon Hill was de Duitser tot vijf punten genaderd. Beide coureurs vochten voor hun eerste wereldtitel en Hill moest goed scoren in Japan om nog uitzicht op de eindwinst te behouden.

De kwalificatie zorgde voor de kemphanen Schumacher en Hill op de eerste startrij. Nigel Mansell was binnengehaald door Williams om David Coulthard te vervangen, die eerder dat jaar was gedebuteerd als vervanger van de verongelukte Ayrton Senna, en de Brit zette de wagen op een prima vierde plaats neer.

Op de zondag stond de baan blank. Hevige stortregens hadden het circuit veranderd in een waterballet, maar de race werd op de normale manier gestart. De eerste ronden verliepen zonder veel problemen, maar in de vierde ronde ging het al mis. Johnny Herbert en Ukyo Katayama vernielden hun wagens toen ze op het rechte stuk langs de pits spinden. Terwijl Katayama uitstapte, wist Inoue zijn aquaplanerende auto net voor die van Katayama te stoppen.

De ravage op de baan zorgde voor een safety car, maar toen het veld weer werd losgelaten, bleek de baan nog steeds verraderlijk glad. Franck Lagorce en Pierluigi Martini ramden elkaar van de baan, terwijl Michele Alboreto spinde toen hij de brokstukken wilde ontwijken. De grootste klapper van de race kwam echter op naam van een Japanse marshall. Gianni Morbidelli was van de baan geraakt en terwijl de baanposten het wrak probeerden weg te halen, spinde Martin Brundle op hetzelfde punt en ramde de ongelukkige marshall. De man kwam er gelukkig met slechts een gebroken been vanaf, maar de raceleiding vond het genoeg geweest en stopte de race.

Een goed half uur later was de regen grotendeels opgehouden en de race werd herstart met een rollende start achter de safety car, op aandringen van Nigel Mansell, die net twee seizoenen Indycar achter de rug had. De uitslag van de race zou worden bepaald door de twee delen bij elkaar op te tellen. Schumacher had in het eerste deel ruim twee seconden voorsprong op Hill, dus de Engelsman moest een ruime leiding nemen om de wedstrijd te kunnen winnen.

Schumacher maakte slechts vijf ronden na de herstart zijn eerste pitstop en kwam op de baan achter de McLaren van Mika Häkkinen terecht, die wel langzamer was, maar moeilijk te passeren bleek te zijn. Dat gaf Hill ruimte om zijn voorsprong uit te bouwen. Toen hij moest zijn enige pitstop moest maken, kregen de monteurs het rechterachterwiel niet van de wagen, maar met slechts drie nieuwe banden leek de Williams niet langzamer. Hij kwam achter Schumacher op de baan terecht, maar de Duitser stond op een twee-stop-strategie en moest de leiding weer uit handen geven.

Veteranen Jean Alesi en Nigel Mansell gaven een weergaloos gevecht weg voor de derde plaats. Mansell was sneller in de meer geavanceerde Williams, maar de V12 van Alesi's Ferrari gaf de Fransman een hogere topsnelheid. Ronde na ronde zette Mansell zijn wagen naast die van Alesi, maar moest telkens weer het onderspit delven zodra de wagens op een recht stuk kwamen. Uiteindelijk wist Mansell slechts enkele bochten voor de finish de Ferrari te passeren, maar door de achterstand die hij voor de herstart had opgelopen, werd hij toch als vierde geklasseerd.

Het gevecht om de koppositie was ongemeend spannend. Met slechts negen ronden te gaan, had Hill nog een voorsprong van vijftien seconden op Schumacher, maar de Duitser stond op betere banden en liep in op de Williams. Binnen zes ronden had de Duitser tien seconden goedgemaakt en bij het ingaan van de laatste ronde was de voorsprong van Hill nog maar ruim twee seconden. Toen Hill een ronde later als eerste de finishvlag zag, was het niet zeker of hij nu gewonnen had.

Uiteindelijk gaf de tijdwaarneming het beslissende oordeel: Hill had de race gewonnen met drie seconden voorsprong. Door zijn winst kwam Hill op nog maar één punt achterstand in het kampioenschap en moest de titel in Australië vergeven worden. Dat gebeurde uiteindelijk in Schumacher's voordeel.

Submitter:  Bron: FOK!sport