[OS 2012] Phelps, het succes ontrafeld

Op 27 juli gaan de Olympische Spelen in Londen van start. In aanloop naar het grootste sportevenement aller tijden brengen wij jullie een reeks van specials over de vele facetten van de Spelen. Elke vrijdag kun je een special lezen die gaan over Londen, Nederlandse sporters, olympische historie en andere mooie verhalen rond dit grote evenement.

Michael Phelps is op papier de grootste olympiër ooit. De zwemmer nam tot nu toe deel aan drie Olympische Spelen, waarin hij op de laatste twee veertien keer goud won. Daarmee is de Amerikaan degene met de meeste gouden medailles behaald op de Spelen ooit.

Van de veertien won hij er acht in Peking, wat een verbetering van het record van zeven was van zijn illustere landgenoot Mark Spitz. Ook haalde Phelps het ongekende aantal van 26 gouden medailles binnen op de 6 wereldkampioenschappen waaraan hij deelnam.

Michael Phelps (Foto: Pro Shots)

Maar wat is de reden waarom Phelps zo succesvol is in het water? Sommige wetenschappers weten het zeker; de Amerikaan heeft het ideale zwemlijf, waardoor hij een genetisch voordeel heeft op al zijn concurrenten. Zo is zijn lijf in verhouding ongewoon lang ten opzichte van zijn benen. Hij heeft een lichaam van 112 centimeter lang, terwijl zijn benen slechts 81 centimeter zijn. Deze zijn 12 centimeter korter dan bij een normaal persoon. Door deze verhouding ligt hij hoog en rustig in het water, waardoor hij minder weerstand heeft en dus minder inspanning hoeft te leveren tijdens het zwemmen.

Ook hebben zijn armen een enorme spanwijdte van liefst 201 centimeter. Dit is acht centimeter langer dan zijn lichaamslengte, iets wat normaal in verhouding gelijk aan elkaar is. Daarnaast ligt het gemiddelde melkzuur in zijn bloed na een wedstrijd op 5 millimol per liter, terwijl dit bij de doorsnee topsporter gemiddeld 10 tot 15 millimol per liter is. Dit betekent dat Phelps minder snel verzuurt dan zijn concurrenten en dus zichzelf langer kan pijnigen en ook veel sneller herstelt.

Andere wetenschappers zeggen dat het zeker wel invloed heeft, maar dat het verder vooral ligt aan de vele trainingsarbeid van de Amerikaan. In de jaren naar belangrijke toernooien als de Spelen of een WK toe, legt Phelps (nog steeds pas 26 jaar) zeventig kilometer per week af in het water en doet hij daarnaast ook nog een gemiddeld drieënhalf uur aan landtraining. Dit puur en alleen om aan kracht en uithoudingsvermogen te werken.

Phelps in actie op de vlinderslag (Foto: Pro Shots)

Je kunt natuurlijk volledig afgetraind zijn en het perfecte zwemlichaam hebben, maar het moet allemaal wel uit het lichaam moeten komen van Phelps. De Amerikaan laat dit ook keer op keer zien. Hij heeft een geweldige wedstrijdmentaliteit en een enorme drive om te winnen. Dit bleek ook tijdens de Spelen van 2008 in Peking, toen hij op de 100 meter vlinderslag ruim achter lag op Milorad Čavić en zijn record in gevaar kwam. Met een uiterste krachtsinspanning kwam Phelps alsnog 1/100e eerder aan de finish. Een blijk van zijn enorme drive.

Meerdere factoren lijken dus aan de basis te staan van de successen van de Amerikaan. Maar geen van die factoren had uitgemaakt als bij hem geen ADHD was vastgesteld op zijn zevende jaar. Thuis kon hij nooit stilzitten, waarna werd besloten om hem, net als zijn twee zussen, op zwemmen te doen. In het urenlange baantjes trekken kon hij al zijn energie kwijt, wat uiteindelijk leidde tot veertien olympische titels. Ook deze zomer is Phelps hoogstwaarschijnlijk weer van de partij, al moet hij zich nog in juni plaatsen via de Amerikaanse trials.