[OS 2012] Spitz vs Phelps

Op 27 juli gaan de Olympische Spelen in Londen van start. In aanloop naar het grootste sportevenement aller tijden brengen wij jullie een reeks van specials over de vele facetten van de Spelen. Elke vrijdag kun je een special lezen die over Londen, Nederlandse sporters, olympische historie en andere mooie verhalen rond dit grote evenement.

Wanneer men gezwommen tijden als maatstaf neemt, wint Michael Phelps uiteraard zonder enige discussie. Spitz won op de Spelen van 1972 de 200 meter vlinder in een tijd van 2.00,70, Phelps zegevierde in Peking op hetzelfde onderdeel met 1.52,03 als eindtijd. De New York Times becijferde dat de veelvraat van 1972 op veertien meter zou zijn gezwommen door de onbetwiste vedette van het hedendaagse zwemmen.

Het is echter unfair om Spitz daarop af te rekenen. Door de evolutie en technische vooruitgang is zwemmen constant in ontwikkeling. Ruim drie decennia scheiden het tijdperk van Spitz en de Phelps mania. Waar de eerstgenoemde met een grote snor, zonder badmuts en in een ouderwetse ballenknijper het bad indook, trekt The Baltimore Bullet zijn baantjes in een supersonisch zwempak.

Wereldrecords zijn een betere indicator. Om het bij de 200 meter vlinder te houden: Spitz zwom in 1967 voor het eerst een wereldrecord op dit nummer: 2.06,40. In totaal verbrak de geboren Californiër zeven keer het wereldrecord op de 200 vlinder, op 'zijn' Olympische Spelen in München voor het laatst. Mark The Shark verlegde in een periode van ongeveer vijf jaar de grens met bijna zes seconden.

Mark Spitz gooit de traditionele 'first pitch' bij een honkbalwedstrijd van Minnesota Twins (Foto: Aaron via Wikimedia CC)


Michael Phelps zwom in maart 2001 als 15-jarig broekie voor het eerst een wereldrecord op de 200 meter vlinderslag: 1.54,92. De huidige snelste tijd op dit loodzware onderdeel is ook in handen van de veelvraat uit Maryland: 1.51,51, gezwommen op het WK van 2009 in Rome. Acht keer verbrak Phelps het wereldrecord op de 200 vlinder, overigens zonder tussenkomst van andere zwemmers. In de regeerperiode van Spitz snoepten John Ferris, Gary Hall Sr. en de Duitser Hans-Joachim Fassnacht de Amerikaanse vedette 's werelds beste tijd af. Phelps heeft de grenzen iets minder ver verlegd, maar het lijkt erop dat tegenwoordig minder rek in de marges zit. Zwemmers benaderen vandaag de limieten van het maximaal haalbare stukken meer dan in de jaren zeventig. Tevens is de sport anno 2012 international en professioneler. De concurrentie is om die reden stukken heviger.

Als wereldrecords geen duidelijk antwoord bieden op de vraag wie beter was, kunnen we de overmacht ten opzichte van de concurrentie onder de loep nemen. Mark Spitz won vier van zijn zeven gouden medailles in München 1972 op individuele onderdelen. Gemiddeld zegevierde de besnorde zwemmer uit Modesto met een voorsprong van 1,21 seconde op de nummers twee. Michael Phelps won zijn vier individuele gouden plakken in Athene 2004 met een marge van gemiddeld 1,44 seconde ten opzichte van zijn naaste belagers en zijn vijf titels vier jaar later in het Chinese bad gek genoeg met hetzelfde moyenne. In dit opzicht is Phelps dus dominanter. Hier is weer tegenin te brengen dat de kampioen van nu in tegenstelling tot zijn illustere voorganger ook gouden medailles won op de wisselslag. Winstmarges van twee tot drie seconden zijn daar geen uitzondering.

Michael Phelps (foto: ProShots)

Dat laatste argument is vooral een pluspunt voor Phelps. Hij is de completere zwemmer. Waar Spitz alleen op de 100 en 200 vrije slag en de vlinderslag domineerde, heerst(e) Phelps op de wisselslag, vlinderslag en won hij een gouden medaille op de 200 meter vrij. Ook op de 100 meter vrije slag, het koningsnummer en domein van de sprinters, kan Phelps soms goed uit de voeten.

De erelijst van Spitz kan niet tippen aan die van Phelps. Mark The Shark won negen gouden medailles. Twee keer op een estafettenummer in Mexico 1968 en de befaamde 'gold rush' vier jaar later. The Baltimore Bullet heeft veertien gouden medailles in de kast liggen: zes behaald in Athene en acht in Peking. Normaliter vult Phelps zijn toch al indrukwekkende medaillecollectie komende zomer verder aan. De vraag wie de succesvolste zwemmer ooit was, is dus een overbodige. Maar generaties laten zich nooit één op één vergelijken. De verrichtingen van Mark Spitz in München zijn tot op de dag van vandaag een ijkpunt in de rijke Olympische geschiedenis. Daarom mag hij niet in de Olympische specialreeks ontbreken.