[OS 2012] Charles Pahud de Mortanges, een groot olympiër

Op 27 juli gaan de Olympische Spelen in Londen van start. In aanloop naar het grootste sportevenement aller tijden brengen wij jullie een reeks van specials over de vele facetten van de Spelen. Elke vrijdag kun je een special lezen die over Londen, Nederlandse sporters, olympische historie en andere mooie verhalen rond dit grote evenement.

Als je de ranglijst van Nederlandse olympische medaillewinnaars bekijkt dan zie je bekende toppers staan als Leontien van Moorsel, Inge de Bruijn en Pieter van den Hoogenband. Op plaats drie in die lijst vinden we echter iemand die niet overal even bekend zal zijn. Op die plek staat namelijk Charles Pahud de Mortanges. Hij behaalde tijdens het interbellum maarliefst vier gouden en één zilveren medaille. Alle reden om zijn verhaal te vertellen.

Pahud de Mortanges werd in 1896 geboren in Den Haag. Al op jonge leeftijd ontwikkelde hij twee grote liefdes; paarden en het leger. Vanaf zijn zestiende volgde hij paardrijlessen. Hij bleek een natuurtalent. Het militairvertoon in zijn geboorteplaats fascineerde hem ook enorm en na het afronden van de HBS besloot hij verder te leren op de Koninklijke Militaire Academie. Nadat hij deze afrondde ging hij aan de slag bij de krijgsmacht. Daar bleven zijn paardrijkunsten niet onopgemerkt en zo werd hij instructeur. In 1920 werd hij overgeplaatst naar Tilburg waar hij aan de slag ging in het paardendepot. Daar moesten 300 paarden worden afgericht. Zijn chef daar was Kolonel Quarles van Ufford, tevens voorzitter van de Koninklijke Militaire Sport Vereniging. Hij moedigde, als liefhebber van de paardensport, zijn ondergeschikten aan mee te doen aan wedstrijden. Dit was een belangrijk moment in de sportieve carrière van Pahud de Mortanges. Hij ging meerdere malen per week trainen en reisde velen wedstrijden af wat hem een schat aan ervaring opleverde.

Voor de Spelen van 1924 in Parijs deed de jonge luitenant mee aan de Nederlandse selectiewedstrijden. Hij reed hier zo goed dat Van Ufford, die tevens chef d'equipe was, hem selecteerde. Als voorbereiding op de olympische wedstrijd liet de kolonel zijn ploeg het complete wegparcours lopen. Zo ontdekte het team dat de weg er erg slecht bij lag. Deze voorbereiding bleek goud waard want het Nederlandse team pakte de gouden medaille. Bij de individuele wedstrijd werden Pahud en zijn paard Johnny Walker vierde.

Bij de volgende Spelen was Pahud de Mortanges weer van de partij. Voor eigen publiek in Amsterdam wilde hij schitteren. Dat wilde hij doen samen met zijn zelf opgeleidde paard Marcroix. Ook enkele van zijn teamgenoten reden op door hem opgeleidde paarden. De Spelen verliepen uiterst succesvol. Voor de ogen van 30.000 toeschouwers, waaronder de Koninklijke familie, behaalde Pahud individueel goud. Teamgenoot Gerard Pieter de Kruijff wist beslag te leggen op de tweede plaats. Dat deed hij op het reserve paard van Pahud. Het paard van Kruijff raakte vlak voor de wedstrijd kreupel waarna Pahud hem het paard Va-t-‘En uitleende. Als team behaalde de Nederlandse equipe eveneens goud.

De volgende Spelen waren die van 1932 in Los Angeles. De paarden moesten hiervoor een zware reis met de boot afleggen. Pahud verzorgde zijn paarden onderweg intensief en liet ze aanboord lopen zodat ze niet stijf aan zouden komen in de Verenigde Staten. Deze voorbereiding wierp zijn vruchten af. Wederom behaalde hij met Marcroix individueel goud en de ploeg pakte het zilver. Dit waren de laatste olympische medailles voor deze grote olympiër. Op de Spelen van 1936 in Berlijn wist hij geen zesde medaille te veroveren. Een zware blessure aan zijn pols in 1938 verhinderde verdere deelname aan wedstrijden.

In de Tweede Wereldoorlog werd Pahud de Mortanges krijgsgevangen genomen en opgesloten in een kamp in Polen. Maar doordat zijn blessure aan zijn pols weer opspeelde kreeg hij verlof om in Nederland te herstellen. Nadat de pols volledig was genezen wist Pahud de Mortanges in juni 1943 tijdens de terugreis naar Polen uit de trein te springen en te ontsnappen. Na een lange periode ondergedoken gezeten te hebben begon hij aan een zware reis via Duitsland, België en Frankrijk naar Spanje. Via dat land wist hij in februari 1944 Brits Gibraltar te bereiken. Vanuit daar vloog hij naar Groot Brittannië, daar sloot hij zich aan bij de nieuw gevormde Prinses Irene brigade. Op voorspraak van Prins Bernhard werd hij plaatsvervangend commandant. Met deze brigade maakte hij het einde van de oorlog mee, van de landing in Normandië tot de bevrijding van Nederland.

Na de oorlog bekleedde de viervoudig gouden medaillewinnaar nog diverse belangrijke functies in de sport. Zo was hij tweemaal voorzitter van het NOC (van 1946 tot 1951 en van 1959 tot 1964) en in de tussenliggende periode was hij vicevoorzitter. Ook was hij van 1946 tot en met 1964 lid van IOC.

Wat niet onbenoemd mag blijven is de rol van zijn vrouw Irma. Zij was zelf ook een groot liefhebster van paarden en had ook veel verstand van de medische facetten van de paardensport. Ze heeft haar man altijd aangemoedigd en gesteund in zijn sport. En haar mening en lof was Pahud meer waard dan wat dan ook. Zonder haar was hij nooit één van de grootste olympiërs geworden die ons land gekend heeft.