[OS 2014] Dinosaurus op de schans

Op 7 februari gaan de Olympische Spelen in Sochi van start. In aanloop naar de Winterspelen brengen wij jullie een reeks van specials over de vele facetten van dit grootse evenement. Elke vrijdag kun je een special lezen die gaat over Sochi, Nederlandse sporters, olympische historie en andere mooie verhalen rond dit grote evenement.

Vaak gebruikt men muziek of nieuws uit een bepaalde tijd om aan te geven hoe lang iets eigenlijk al geleden is. In dit geval is dat ook goed te doen, dit verhaal begint namelijk in een tijd dat Tina Turner samen met David Bowie bovenaan de hitlijsten stond en dat George Bush sr. net beëdigd was als nieuwe president van de Verenigde Staten. De Muur stond nog overeind en Nederland genoot nog na van de fantastische prestatie van Rinus Michels en zijn mannen. 

Het was februari 1989 en in het Finse Lahti stond het wereldkampioenschap schansspringen op het programma. Een van de ruim zestig deelnemers was de zestienjarige en totaal onbekende Japanner Noriaki Kasai. En nee, misschien dat een enkeling zijn naam onthield, maar met zijn 57e plek op de grote schans en de 54e plaats op de normale schans had hij geen blijvende indruk gemaakt. De tiener was nu echter wel een echte schansspringer, hij had immers meegedaan aan het WK, en in het daaropvolgende seizoen mocht hij al bij de seizoensopening in het Canadese Thunder Bay zijn debuut maken in de World Cup. Dit ging direct een stuk beter en een week later in het Amerikaanse Lake Placid haalde hij in een veld van ruim zeventig deelnemers zelfs twee keer zeer verrassend de top-10, hij werd negende en zevende en zijn naam was gevestigd. Hij haalde nog twee keer een zevende plaats en met een 24e plek in het klassement kwam er een einde aan zijn toch sterke eerste seizoen.

Het volgende seizoen viel tegen, maar toen brak het olympische jaar 1991/92 aan. In de eerste twee weekenden wist Kasai goed te presteren, waardoor hij werd uitgekozen om tijdens de Olympische Spelen in Albertville te mogen starten. In de twee individuele wedstrijden lukte het hem niet om mee te doen voor de beste posities, maar hij mocht toch meedoen in de landenwedstrijd. Hierin was Kasai helaas de zwakste schakel van het Japanse team, en omdat alleen de scores van de beste drie springers per team meetelden kwamen de punten van Kasai niet bij de totaalscore. Japan werd echter vierde, wat later een voorbode zou blijken van veel meer successen

In hetzelfde seizoen kwam dan toch de grote doorbraak voor de nog altijd jonge Kasai. Na de Spelen haalde hij al voor het eerst het podium bij World Cups in Lahti en Örnsköldsvik, maar zijn eerste overwinning was niet tijdens een World Cup. Kasai pakte gelijk een van de meest prestigieuze prijzen in de sport, hij werd in het Tsjechische Harrachov wereldkampioen skivliegen. Een jaar later ging het ondanks een stroeve start zelfs nog beter en bij de Vierschansentournee, de belangrijkste competitie in het schansspringen, won hij de wedstrijd in Garmisch-Partenkirchen en haalde hij nog drie podiumplaatsen. Ondanks deze bijzondere prestatie moest hij in het klassement toch net het hoofd buigen voor de Oostenrijker Andreas Goldberger. Kasai werd verder derde in de strijd om de World Cup.


Kasai grijpt de wereldtitel skivliegen in 1992 (Bron: YouTube)

Het volgende olympische jaar, 1994, stond alweer voor de deur. Dit keer ging de reis naar het Noorse Lillehammer. Ondanks een overwinning in de World Cup in Murau ging het met Kasai toch niet zo goed als het seizoen daarvoor, hoewel er natuurlijk geen twijfel was over zijn deelname aan de Olympische Spelen. Individueel werd hij vijfde en veertiende, maar het hoogtepunt was opnieuw de landenwedstrijd, hoewel vele Japanners dit wellicht ook als dieptepunt zien. Het was de finaleronde - van de vier springers per team waren er drie aan de beurt geweest - en Japan stond zeer ruim aan de leiding, onder meer door sterke optredens van Kasai. De laatste Duitser, olympisch kampioen Jens Weissflog, sprong naar een geweldige afstand van 133,5 meter. Vervolgens was het de beurt aan Masahiko Harada om de wedstrijd te beslissen. In de eerste ronde sprong hij 122 meter, nu zouden een sprong van 105 meter en een redelijke landing voldoende zijn voor het goud. Er waren echter wat twijfels over zijn vorm, aangezien hij in de individuele wedstrijd op dezelfde schans zijn tweede sprong verprutst had. Ook nu lukte het Harada niet om een fatsoenlijke sprong neer te zetten en met slechts 97,5 meter kwam hij minder ver dan alle andere springers van de beste acht landen. Japan moest genoegen nemen met 'slechts' zilver.

Vervolgens ging het een tijd minder goed met Kasai, blessures gooiden roet in het eten en in de drie jaren na Lillehammer wist hij slechts bij één World Cup, in het Japanse Hakuba, het podium te halen. Het seizoen 1997/98 leek eindelijk weer wat geluk te brengen voor Kasai, natuurlijk was hij in zijn achterhoofd al bij de Japanse Olympische Spelen van 1998 in Nagano. Met een zevende plaats op de kleine schans begon hij goed aan de Spelen, maar de grootste teleurstelling uit zijn carrière zou later die week volgen. Kasai werd niet geselecteerd voor de landenwedstrijd en moest toekijken hoe zijn landgenoten Takanobu Okabe, Hiroya Sato en Kazuyoshi Funaki er dit keer wel in slaagden om de mislukte sprongen van wederom Harada te compenseren. Voor het Japanse schansspringen was dit het mooiste moment in de geschiedenis, Kasai zelf noemt dit nog altijd de enige echte teleurstelling uit zijn carrière.

Kasai tijdens één van zijn tot nu toe 427 World Cup-wedstrijden, een absoluut record (Foto: Pro Shots)
Kasai tijdens één van zijn tot nu toe 427 World Cup-wedstrijden, een absoluut record (Foto: Pro Shots)

Overwinningen kwamen er met name in het jaar na Nagano, zes in totaal voor Kasai, goed voor opnieuw de derde plek in de World Cup. In 2000 werd de Japanner vijfde op het WK skivliegen, een jaar later was de vierde plek in de World Cup voor hem en in 2004 wist hij voor het laatst een wedstrijd in de World Cup te winnen. In 2009 greep hij in Hakuba de overwinning tijdens een wedstrijd in de Grand Prix, het hoogste niveau gedurende de zomer. In de daaropvolgende jaren werd hij door steeds meer mensen gezien als 'te oud', Kasai naderde immers de veertig. In het pre-olympische seizoen 2012/13 leek er echter toch weer iets van de oude glorie terug te keren. Hij haalde vijf keer de beste tien en bij het skivliegen in Planica, de traditionele afsluiter van het seizoen, sprong hij zelfs in beide wedstrijden naar een zeer verrassende vierde plaats. En passant pakte hij daar met 220,5 meter ook nog eens het wereldrecord voor springers ouder dan veertig jaar.

Kasai tijdens de door hem gewonnen kwalificatie voor de Spelen van 2006
Kasai won de kwalificatie op de kleine schans tijdens de Spelen van 2006 (Foto: Pro Shots)

Inmiddels staat het seizoen met de Olympische Spelen van Sochi voor de boeg, en gedurende de zomer heeft Kasai met het Japanse team al een wedstrijd in de Grand Prix gewonnen en in Hakuba was hij zelf de beste, weliswaar gedeeld met de Sloveen Jernej Damjan. De nog altijd onvermoeibare Kasai is overal waar hij springt een van de publiekslievelingen en met zijn 41 jaar zou hij makkelijk de vader kunnen zijn van de halve wereldtop. Zelf zegt hij dat hij de eerste springer wil worden die op zijn vijftigste nog mee kan doen op het hoogste niveau. Dat gaat nog even duren, maar voorlopig heeft het er alle schijn van dat de dinosaurus van de schans, zoals hij liefkozend genoemd wordt, zich op gaat maken voor zijn zevende Olympische Spelen. Als er iemand is die door iedereen eindelijk een individuele medaille gegund wordt is het wel deze legende, Noriaki Kasai.