[OS 2014] Razend door het ijskanaal

Op 7 februari gaan de Olympische Spelen in Sochi van start. In aanloop naar de Winterspelen brengen wij jullie een reeks van specials over de vele facetten van dit grootse evenement. Elke vrijdag kun je een special lezen die gaat over Sochi, Nederlandse sporters, olympische historie en andere mooie verhalen rond dit grote evenement.

 In Sochi zullen er drie sporten te zien zijn in het Sliding Center Sanki. Op de ijsbaan gaat men naar beneden in de bobslee, op de rodelslee en met de skeleton. Wat is de geschiedenis van deze sporten en hoe hebben ze zich in de loop der jaren ontwikkeld? En wat zijn eigenlijk de grote namen en veelwinnaars door de jaren heen?

De eerste vermeldingen van wedstrijden met sleeën stammen uit het Noorwegen van de 15e eeuw, waarmee het één van de oudste wintersporten ter wereld is. De basis van de georganiseerde wedstrijden in het bobsleeën, rodelen en skeleton ligt echter ergens anders. Het begon allemaal in de jaren 1870 in het Zwitserse kuuroord Sankt Moritz. Ondernemer Caspar Badrutt wilde de voornamelijk rijke, Engelse gasten van zijn hotel, Kulm, een verblijf bieden met nieuwe vormen van vermaak. Men kwam op het idee om sleeën, die door de lokale post gebruikt werden, om te bouwen om hiermee door de besneeuwde straten van Sankt Moritz te racen. Anderen wilden een wat meer comfortabele rit, en maakten grotere sleeën die beter bestuurbaar waren, de eerste bobsleeën. 

Doordat het steeds vaker voorkwam dat men in botsing kwam met lokale voetgangers besloot Badrutt om in te grijpen en een speciale baan te bouwen voor de sleeën. Deze baan was gemaakt in de vorm van een halve pijp, zoals we die tegenwoordig nog steeds kennen. De baan van Badrutt stond model voor de zogenaamde Cresta Run, een baan die hij bouwde in 1884. Twee jaar eerder hadden Britse soldaten al een baan gemaakt tussen de dorpen Davos en Klosters, wat de eerste baan ter wereld was met diverse bochten als uitdaging. In 1887 introduceerde ene meneer Cornish de positie waarbij men liggend op de buik, met het hoofd naar voren naar beneden ging. Dit is de positie die drie jaar later door iedereen gebruikt werd op de Cresta Run en die tegenwoordig nog altijd gebruikt wordt bij het skeleton. In 1897 werd, uiteraard in Sankt Moritz, de eerste bobsleeclub opgericht. Sindsdien begonnen de drie sporten zich steeds meer afzonderlijk van elkaar te ontwikkelen. 

Bobsleeën in Roemenië in 1914
Een primitieve vijfmansbob in Roemenië in 1914 (Foto: WikiCommons)

Bobsleeën

De naam bobsleeën komt voort uit het Engelse woord voor de manier waarop men zich in de slee heen en weer bewoog om vaart te maken, bobbing. Gedurende de eerste jaren van de twintigste eeuw werden de houten sleeën vervangen door exemplaren van metaal. In 1903 werd even buiten Sankt Moritz de eerste baan gebouwd die speciaal voor bobsleeën bedoeld was. Op nieuwjaarsdag 1904 werd de 1500 meter lange baan geopend. Tegenwoordig is het de enige baan ter wereld met natuurlijke koeling en wordt de baan ook gebruikt voor skeleton en rodelen. In de jaren na de opening van de baan in Sankt Moritz vonden er steeds vaker wedstrijden plaats op gelijksoortige banen, die steeds vaker gemaakt werden in de Alpenlanden en Noord-Amerika. 

In 1923 werd in Zwitserland de FIBT opgericht, de Fédération Internationale de Bobsleigh et de Tobogganing ofwel de Internationale bobslee- en skeletonfederatie. Een jaar later werd de bond lid van het Internationaal Olympisch Comité, waardoor bobsleeën in 1924 in Chamonix op het programma stond van de eerste Olympische Winterspelen. Het Zwitserse team, onder leiding van Eduard Scherrer, pakte de eerste olympische titel in de sport. Het betrof een wedstrijd voor viermansbobs, maar een vijfde deelnemer was toegestaan. De meeste teams hadden vier mannen in de slee, maar België wist met vijf man de bronzen medaille te pakken. Vier jaar later in Sankt Moritz vond de enige olympische wedstrijd plaats waarbij in de regels stond dat er vijf mannen in de slee moesten zitten. Onder leiding van Curt van de Sandt werden de eerste Nederlandse bobsleeërs op de Olympische Spelen twaalfde.

De eerste olympische bobsleewedstrijd in 1924, met de Zwitsers als kampioenen (bron: YouTube)

Historisch gezien zijn er drie landen die de meeste olympische medailles hebben verdeeld. De Verenigde Staten hebben twintig medailles gewonnen, tien minder dan Zwitserland. Het record is echter in handen van Duitsland, met maar liefst veertig medailles, verdeeld over West- en Oost-Duitsland en het verenigde Duitsland. Zestien keer was een Duits team olympisch kampioen. De twee meest succesvolle bobsleeërs zijn niet verrassend Duitsers. De inmiddels gestopte piloot André Lange en zijn remmer Kevin Kuske wonnen samen maar liefst vier keer goud en één keer zilver. Lange haalde ook acht wereldtitels, één minder dan recordhouder Eugenio Monti uit Italië. In 1984 werd de World Cup geïntroduceerd, met klassementen voor tweemansbobs, viermansbobs en een algemeen klassement. Pierre Lueders is hier recordhouder. De Canadees wist tussen 1993 en 2006 maar liefst elf World Cup-titels op zijn naam te schrijven. De meest succesvolle vrouw is de Duitse Sandra Kiriasis, olympisch kampioene van 2006, drievoudig wereldkampioene en acht keer op rij winnares van de World Cup. 

André Lange en Kevin Kuske op jacht naar hun eerste olympische titel in de tweemansbob in 2006 (Foto: Pro Shots)
André Lange en Kevin Kuske op jacht naar hun eerste olympische titel in de tweemansbob in 2006 (Foto: Pro Shots)

Skeleton

In 1892 werd door de Brit L.P. Child een slee ontworpen die wat deed denken aan een skelet. Hier kwam de naam skeleton uit voort, in plaats van het soms ook nog wel gebruikte tobogganing. Skeleton is een onderdeel wat nog maar weinig olympische geschiedenis kent. Voor het in 2002 zijn rentree op het olympisch programma maakte was het slechts twee keer van de partij, in 1928 en 1948, niet toevallig de jaren waarin de Spelen in Sankt Moritz gehouden werden. De eerste olympisch kampioen was de Amerikaan Jennison Heaton, die in hetzelfde jaar een zilveren medaille pakte in de vijfmansbob. Zijn broer John Heaton pakte het zilver en herhaalde dat twintig jaar later. In 1948 werd de Italiaanse fruitverkoper Nino Bibbia olympisch kampioen. 

Het duurde vervolgens tot 2002 voor skeleton weer olympisch was, zowel voor mannen als voor vrouwen. Wereldkampioenschappen zijn er al wel langer. In 1982 organiseerde de FIBT het eerste WK, sinds 1989 is het een vast onderdeel van de kalender in niet-olympische jaren. Meest succesvol is de Zwitser Gregor Stähli, die in 1994, 2007 en 2009 de wereldtitel pakte. Daarnaast werd hij drie keer tweede en twee keer derde. Bij de vrouwen is alleen de Zwitserse Maya Pedersen er in geslaagd meer dan één wereldtitel te pakken, namelijk in 2001 en 2005. In de World Cup is Christian Auer de man met de grootste successen. De Oostenrijker won vijf keer, werd twee keer tweede en drie keer derde. De laatste vier seizoenen was de Let Martins Dukurs de winnaar van de World Cup. Hij is hard op weg op het record van Auer nog deze winter te evenaren. 

Martins Dukurs, in Vancouver 2010 goed voor zilver, daarna zou hij de sport domineren (Foto: WikiCommons)
Martins Dukurs, in Vancouver 2010 goed voor zilver, daarna zou hij de sport domineren (Foto: WikiCommons)

Rodelen

In tegenstelling tot skeleton gaat men bij het rodelen op de rug naar beneden, met de voeten eerst dus. Rodelen heeft zich voor een groot deel los ontwikkeld van het bobsleeën en skeleton. In 1913 werd in Dresden de ISSV, de Internationaler Schlittensportsverband, opgericht - de internationale bond voor “sleesporten” dus. Een jaar later werd in Reichenberg in Bohemen, het huidige Liberec in Tsjechië, het eerste Europees kampioenschap georganiseerd. Vanwege de Eerste Wereldoorlog werden de werkzaamheden van de ISSV stopgezet tot in 1928 het tweede EK gehouden werd. In 1935 werd de ISSV samengevoegd met de FIBT, de bond voor bobsleeën en skeleton. Pas in 1954 werd bepaald dat rodelen een olympische sport was, waardoor de FIL opgericht werd, de Fédération Internationale de Luge de Course, de rodelbond dus. Tijdens de Spelen van 1964 in Innsbruck was het zover. Men begon gelijk al met het meten van de tijden in honderdsten van seconden. Tijdens de wedstrijd voor dubbels in Sapporo 1972 kwamen het Duitse en Italiaanse team exact gelijk uit, sindsdien worden de tijden in duizendsten van seconden gemeten.

Tegenwoordig staan er vier onderdelen op het olympische rodelprogramma. Naast de wedstrijden voor mannen en vrouwen is er ook een wedstrijd voor mannendubbels en een landenwedstrijd. De landenwedstrijd werd in 1989 toegevoegd aan het wereldkampioenschap, de overige onderdelen stonden al sinds het eerste WK in 1955 op het schema, evenals op elke Olympische Spelen sinds 1964. In Sochi zal de landenwedstrijd voor het eerst beslecht worden. Hierbij gaat eerst een vrouw naar beneden, gevolgd door een man en tot slot een dubbel. Elke deelnemer moet bij de finish een bord boven de baan aantikken om het stokje door te geven, zodat de volgende naar beneden mag of, in het geval van de dubbels, om de tijd te stoppen.

Georg Hackl, de meest succesvolle olympische rodelaar aller tijden (Foto: Pro Shots)
Georg Hackl, de meest succesvolle olympische rodelaar aller tijden (Foto: Pro Shots)

Rodelen is een sport die historisch gezien vooral door Duitsland is gedomineerd. Van de 117 olympische medailles gingen er maar liefst 70 naar het huidige Duitsland, waarvan 27 keer goud. Op wereldkampioenschappen wonnen de Duitsers 232 van de 432 medailles. De dominantie wordt het best geïllustreerd door de huidige situatie bij de vrouwen. Sinds het seizoen 1998/99 is het alleen de Oostenrijkse Angelika Neuner met een derde plek gelukt om in het klassement van de World Cup tussen de Duitse vrouwen op het podium te komen. De grootste olympiër in het rodelen is Georg Hackl. De Duitser begon met zilver in 1988, won vervolgens drie keer op rij het goud en eindigde in 2002 met opnieuw een zilveren medaille. Het palmares van de Italiaan Armin Zöggeler is echter minstens even indrukwekkend. Hij werd zes keer wereldkampioen en won liefst tien keer de World Cup, een evenaring van het record van de Oostenrijker Markus Prock. Met olympisch brons in 1994, zilver in 1998, goud in 2002 en 2006 en opnieuw brons in 2010 kan Il Cannibale in Sochi de eerste atleet worden die op zes achtereenvolgende Spelen een medaille pakt op hetzelfde onderdeel. 

Armin Zöggeler verdedigt in 2006 voor zijn thuispubliek met succes zijn olympische titel (Foto: Pro Shots)
De legendarische Armin Zöggeler verdedigt in 2006 voor zijn thuispubliek met succes zijn olympische titel (Foto: Pro Shots)