De Tour de France in de oorlog

In de Tour de France rijdt men dezer dagen over de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. Onder de miljoenen slachtoffers waren uiteraard ook veel sporters, met daarbij vele wielrenners. In de eerste edities van de Tour, vanaf 1903 gereden, eindigde bijna altijd wel iemand in de toptien die het leven liet in de 'Grote Oorlog'. Vandaag, met behulp van het Forum Eerste Wereldoorlog, aandacht voor deze mannen, nu het peloton langs veel van hun laatste rustplaatsen koerst.

Marcel Kerff
De eerste Tour de France, in 1903, werd gereden in het voorlaatste jaar van de loopbaan van Marcel Kerff. Hij was al prof sinds 1896, maar zijn wielercarrière zou nooit een grootse worden. Hij won één wedstrijd: In 1900 was hij de beste tijdens de 48 uur van Antwerpen. Op zijn 37e deed hij mee aan de eerste Tour, die hij afsloot als zesde van de 21. Aan zijn training lag het niet, want hij fietste regelmatig naar Parijs om vlees op te halen voor zijn vader, die slager was.

Kerff was al tien jaar gestopt met wielrennen toen in 1914 de oorlog uitbrak. Avonturier die hij was, besloot hij om op zijn bromfiets te stappen en eens naar de Duitsers te gaan kijken die hun kamp hadden opgeslagen bij Moelingen, minder dan een kilometer van de Nederlandse grens. De Duitsers merkten hem echter op en dachten dat Kerff er was als spion. Samen met een aantal anderen werd hij op vreselijke manieren gemarteld, waarna hij uiteindelijk opgehangen werd tussen twee bomen. Bij Moelingen in de buurt staat tegenwoordig een monument voor alle gesneuvelde Belgische wielrenners tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Marcel Kerff tijdens de eerste Tour de France, in 1903 (Foto: WikiCommons/Delius Klasing)
Marcel Kerff tijdens de eerste Tour de France, in 1903 (Foto: WikiCommons/Delius Klasing)

Camille Fily
Kijkend naar leeftijd is Camille Fily wellicht een van de meest indrukwekkende renners ooit. Het piepjonge ventje maakte in 1904 zijn debuut in de Tour. Hij was op dat moment slechts zeventien jaar en een kleine twee maanden jong, waarmee hij de jongste renner ooit is in de Tour. In 1904 werd Fily uiteindelijk negende in het eindklassement, maar later dat jaar steeg hij naar plaats vijf, want de topvier werd gediskwalificeerd: Ze hadden de trein genomen.

In de jaren '80 werd echter ontdekt dat ook Fily op een lijst stond met namen die geschrapt zouden worden en dus staat hij sindsdien niet meer in de officiële uitslag. Een jaar later werd Fily elfde in Bordeaux-Parijs, een monsterklassieker over bijna 600 kilometer. In zijn tweede en laatste Tour werd hij veertiende, daarna was het klaar met het wielrennen. Fily trouwde en trad in militaire dienst. Op 11 mei 1918, twee dagen voor zijn 31e verjaardag, werd Fily doodgeschoten in het kleine Millekruis, bij de slag om de Kemmelberg. Hij was een bericht weg aan het brengen..per fiets.

Maurice Garin (midden), de oorspronkelijke winnaar in 1904, maar gediskwalificeerd omdat hij de trein nam (Foto: WikiCommons/Delius Klasing)
Maurice Garin (midden), de oorspronkelijke winnaar in 1904, maar gediskwalificeerd omdat hij de trein nam (Foto: WikiCommons/Delius Klasing)

Antony Wattelier
Een van de vroege 'veelrijders' in de Tour was Antony Wattelier, de jongere broer van prof Édouard. Antony reed La Grande Boucle liefst acht keer, hij debuteerde in 1905. Hij had op dat moment al een mooie plek behaald in een echte klassieker: In 1901 werd Wattelier vierde in Parijs-Tours. La Tourterelle, de tortelduif, werd bij zijn debuut in 1905 vijftiende in de Tour, nadat hij in de laatste etappe negende werd. 

Het beste resultaat haalde Wattelier bij zijn tweede deelname, in 1906. Hij presteerde zeer constant in de dertien etappes en wist in de eindfase zelfs een keer achtste en twee keer zesde te worden in de daguitslag. Uiteindelijk leverde het hem de tiende plek op in het eindklassement. Het bleken de hoogtepunten uit zijn loopbaan te worden en bij zijn laatste Tour, in 1913, gaf hij in de eerste etappe op. Wattelier kwam een jaar later terecht in de oorlog, als soldaat tweede klasse. Op oudjaarsdag 1914 kwam hij om het leven in Fricourt, tijdens de slag om de Somme.

Het tourpeloton passeert een dorpje in 1906, met Antony en Édouard Wattelier onder de renners (Foto: WikiCommons/Sir Gawain)
Het tourpeloton passeert een dorpje in 1906, met Antony en Édouard Wattelier onder de renners (Foto: WikiCommons/Sir Gawain)

Émile Engel
Émile Engel reed in 1913 en 1914 de Tour de France. In 1910 en 1911 had hij de Ronde van Frankrijk voor Onafhankelijken al gereden, met een etappezege als resultaat. In 1910 werd hij bij de onafhankelijken derde in Parijs-Roubaix, maar later dat jaar pakte hij ook een derde plek in de 'echte' editie van Parijs-Tours. De Tour de France reed hij alleen uit in 1913 en niet onverdienstelijk. In de laatste etappe, naar Parijs, werd hij tweede. Het eindklassement leverde Engel de tiende plek op.

Bij zijn tweede deelname ging het aanvankelijk veel beter. Hij werd derde in de tweede en vierde rit, maar etappe drie leverde een overwinning op. In de achtste rit werd Engel vierde, maar na een gevecht met een koerscommisaris werd besloten dat hij zijn weg niet meer mocht vervolgen. Tijdens de oorlog moest Korporaal Engel vechten bij het Belgische Virton. Op 14 september 1914 sneuvelde Engel tijdens de eerste slag bij de Marne, net als een kwart miljoen anderen.

Émile Engel in 1913, het jaar dat hij tiende werd in de Tour de France (WikiCommons/Beao)
Émile Engel in 1913, het jaar dat hij tiende werd in de Tour de France (Foto: WikiCommons/Beao)

François Faber
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwamen drie tourwinnaars om het leven. De eerste daarvan is François Faber, Luxemburger volgens zijn paspoort, Fransman volgens zijn hart. In 1906 maakte Faber zijn debuut in de Tour, zonder succes, en tot en met 1914 reed hij elk jaar mee. In 1908 was hij voor het eerst succesvol. Faber won vier etappes en werd tweede in het eindklassement. Een jaar later ging het nog beter: Hij won vijf etappes op rij, een record dat waarschijnlijk nooit meer verbroken zal worden. Het leverde hem de eindzege op, terwijl hij een jaar later weer tweede werd. Hij won totaal negentien touretappes, één keer Parijs-Roubaix, de Ronde van Lombardije en Parijs-Brussel en twee keer Parijs-Tours.

De reus van Colombes - Faber was 1,86 meter lang en ruim negentig kilo zwaar - meldde zich vroeg in de oorlog aan bij het Franse vreemdelingenlegioen en kwam terecht in Bayonne. Het duurde niet lang voor hij werd bevorderd tot korporaal, maar heel lang kon hij daar niet van genieten. Er gaan twee verhalen over zijn dood, de een wat geloofwaardiger dan de ander. Op 9 mei 1915 zou hij tijdens een slag bij Artois via een telegram gehoord hebben dat hij een dochter had gekregen. Faber begon te juichen, met als resultaat dat een Duitse scherpschutter hem neerschoot. Het meer waarschijnlijke verhaal is dat hij onder vuur werd genomen in de buurt van Carency, toen hij een gewonde kameraad uit de vuurlinie wilde halen. Van het regiment van Faber overleefde slechts een derde de strijd.

François Faber na zijn zege in de Tour de France van 1909 (Foto: WikiCommons/Agamitsudo)
François Faber na zijn zege in de Tour de France van 1909 (Foto: WikiCommons/Agamitsudo)

Lucien Petit-Breton
De eerste renner die de Tour twee keer op zijn naam schreef was Lucien Petit-Breton. Hij werd in Frankrijk geboren als Lucien Mazan en verhuisde al snel naar Argentinië met zijn ouders. Daar ontstond de liefde voor het wielrennen, toen hij in een loterij een fiets won. Tegen de zin van zijn vader werd hij baanrenner, en om zijn vader te ontwijken schreef hij zich in als 'Lucien Breton'. Dit werd later Petit-Breton, om verwarring met iemand anders te voorkomen. In 1902 ging Petit-Breton, zoals hij in Frankrijk bekend werd, terug naar zijn geboorteland in verband met de dienstplicht. In 1904 won hij de Bol d'Or, een baanwedstrijd over 24 uur in Parijs. Nadat hij ook het werelduurrecord verbrak ging hij meedoen aan wegwedstrijden.

Petit-Breton debuteerde in 1905 in de Tour en haalde drie tweede plaatsen in etappes en de vijfde plek in het eindklassement. Een jaar later eindigde hij op één etappe na altijd in de toptien en werd hij uiteindelijk vierde. Vervolgens brak zijn tijd aan: In 1907 won hij twee etappes en pakte hij de eindzege in de Tour. Een jaar later ging het nog beter, want hij won liefst vijf etappes plus het eindklassement. Daarna was het klaar met het toursucces. Petit-Breton deed nog vijf keer mee, maar moest om verschillende redenen telkens opgeven: In 1912 bijvoorbeeld was hij een favoriet, maar kwam hij in botsing met een rund.

Petit-Breton was een geliefd renner. Als eerste bestudeerde hij het parcours nauwkeurig, waarbij hij regelmatig een plek aangaf waar hij ten aanval zou gaan. Altijd hield hij woord en dus dromden de mensen samen op de vooraf door Petit-Breton aangewezen plek. In 1914 brak de oorlog uit en dat betekende het einde van de loopbaan van De Argentijn. Hij trad in dienst en werd ingezet aan het front, waar hij meer dan eens gewond raakte. Hij kwam echter op een andere manier om het leven: Op 20 december 1917, Petit-Breton was nu ordonnans, reed hij in de buurt van het front bij Troyes frontaal op een tegenligger. De grote kampioen was op slag dood.

Lucien Petit-Breton wordt in 1908 onthaald als eerste renner die twee keer de Tour de France wint (Foto: Bibliothèque nationale de France)
Lucien Petit-Breton (met bloemen) wordt in 1908 onthaald als eerste renner die twee keer de Tour de France wint (Foto: Bibliothèque nationale de France)

Octave Lapize
Op meerdere manieren was Octave Lapize uniek. Zo was hij, voor zover bekend, de eerste en tot dusverre enige dove winnaar van de Tour de France. Hij was ook de eerste tourwinnaar met een olympische medaille op zak: In 1908 pakte hij in Londen brons op de 100 kilometer op de baan. Lapize maakte in 1909 zijn debuut in de Tour en dat ging niet geheel naar wens: Hij moest opgeven vanwege de kou. Een jaar later ging het beter. Zijn ploeggenoot François Faber ging ruim aan de leiding, maar dat verspeelde hij toen hij voor de Pyreneeën in botsing kwam met een hond. Geholpen door meerdere lekke banden van Faber in de laatste rit kon Lapize de overwinning pakken.

Lapize werd vaak een 'wieltjeszuiger' genoemd, een soort voorloper van Cadel Evans. Hij reed vaak tactisch, deed geen trap te veel. De Fransman is ook de geschiedenis in gegaan vanwege een beroemde uitspraak, die elk jaar door Herbert & Maarten herhaald wordt als de Tourmalet beklommen wordt. In 1910 zat deze berg in het parcours in een monsterrit over 326 kilometer met zeven bergen. Lapize was woedend en richtte zich tot enkele officials: "Vous êtes des assassins! Oui, des assassins!", aldus zijn gevleugelde uitspraak. "Jullie zijn moordenaars! Ja, moordenaars!" Van 1911 tot en met 1914 deed Lapize ook mee aan de Tour, maar de finish haalde hij nooit meer. Wel won hij nog twee etappes.

Ook voor Lapize was de Eerste Wereldoorlog het eindpunt van zijn wielerloopbaan. Hij meldde zich vrijwillig bij het leger en werd ingedeeld bij de infanterie. Dit stond hem niet aan, want de avontuurlijke Lapize wilde veel liever gaan vliegen, ook vanwege zijn bewondering voor oorlogsheld Georges Guynemer. Op 14 juli 1917, tijdens een routinevlucht, werd Lapize overvallen door vier Duitse vliegtuigen die hem uit de lucht schoten. Hij overleefde de crash nog, maar stierf in het ziekenhuis in Toul. Hij werd neergeschoten nabij Flirey, waar het peloton vandaag, bijna honderd jaar later, door zal koersen. Ongetwijfeld zal de organisatie even stilstaan bij deze held uit lang vervlogen tijden.

Een iconisch beeld: Octave Lapize loopt de Tourmalet op, nadat hij officials heeft uitgemaakt voor moordenaars (Foto: WikiCommons/loucrup65)
Een iconisch beeld: Octave Lapize loopt de Tourmalet op, nadat hij officials heeft uitgemaakt voor moordenaars (Foto: WikiCommons/loucrup65)


Voor een aantal onderdelen van deze verhalen hebben wij gebruik mogen maken van het Forum Eerste Wereldoorlog, waar uiteraard niet alleen sporters in deze verschrikkelijke oorlog besproken worden. Neem voor meer verhalen over de 'Grote Oorlog' daarom ook eens een kijkje op het forum.