Historisch: Duitsland 1994

Halverwege het seizoen 1994 was de Formule 1 in rep en roer. Niet alleen waren er al twee dodelijke ongelukken gebeurd, ook had Schumacher de leiding in het wereldkampioenschap stevig in handen, ondanks zijn escapades op Silverstone. Verder was de FIA druk bezig met het invoeren van allerhande veiligheidsmaatregelen naar aanleiding van de race op Imola.

Het team van Benetton stond onder zware druk. Nadat Schumacher op Silverstone een controverse had veroorzaakt door de zwarte vlag te negeren, bekogelden op het Duitse circuit Schumacher-fans trailers van fans van de voornaamste titelconcurrent, Damon Hill. Dat het team het niet makkelijk had, bleek ook in de kwalificaties. Jos Verstappen zette Schumacher's racewagen in de grindbak en de Duitser kon zich slechts als vierde kwalificeren.

Ferrari had de eerste startrij ingenomen, met Gerhard Berger op pole position en Jean Alesi naast zich. Het was de eerste pole position voor Ferrari in vier jaar. De goede startposities werden direct in kopposities omgezet bij de start, Ukyo Katayama pakte de derde plek vanaf de vijfde startplaats in zijn Tyrrell.

De rest van het veld bevond zich in een regelrechte melée. Terwijl Andrea de Cesaris en Alessandro Zanardi niet alleen elkaar uitschakelden, maar ook beide Minardi's, kwam David Coulthard tussen Mika Häkkinen en Mark Blundell terecht. Hij werd ingesloten door de twee coureurs en raakte de Fin. Häkkinen spinde en nam in zijn val Irvine, Frentzen, Blundell en Barrichello mee. Johnny Herbert remde hard voor het ongeval en werd geraakt door Martin Brundle.

Met tien van de zesentwintig auto's uitgeschakeld en Alesi die was uitgevallen met electronische problemen, kon Berger zijn leiding makkelijk behouden. Nog twee wagens vielen uit in de eerste ronde -- Hill en Katayama raakten elkaar in de derde chicane -- en zo kon het gebeuren dat Schumacher en Verstappen achter Berger aan moesten jagen met de Ligiers van Olivier Panis en Eric Bernard op de vierde en vijfde plaats.

Het noodlot voor Benetton was nog niet afgelopen. In ronde vijftien maakte Verstappen zijn eerste pitstop. Tijdens het tanken spoot opeens de benzine in het rond en binnen enkele seconden was de Benetton van de Nederlander verzwolgen in een vuurzee. Marshalls met brandblussers waren snel ter plaatse en Verstappen kon ongedeerd uitstappen. Vier ronden later parkeerde Schumacher zijn Benetton in de garage met motorproblemen en kon het team gaan inpakken.

Slechts acht coureurs wisten de chaotische wedstrijd uit te rijden. Berger scoorde de eerste overwinning voor Ferrari sinds 1990. Olivier Panis wist te verrassen door zijn Ligier op de tweede plaats te finishen en het feest was volmaakt toen Eric Bernard de andere Ligier op de derde positie binnenbracht. Gerhard Berger was de enige coureur van de eerste elf op de grid die zijn auto in de punten reed.

De gevolgen van de Duitse Grand Prix waren verstrekkend. Mika Häkkinen werd voor één race geschorst wegens het veroorzaken van het startongeluk. Benetton kwam onder zwaar vuur te liggen van de FIA omdat ze de tankinstallatie hadden aangepast. Door het verwijderen van een filter kon er sneller benzine in de wagens worden gepompt, maar het zorgde er ook voor dat de pitbrand van Verstappen kon ontstaan.