Wintersportseizoen 2013/2014 - Deel II

Het is eind maart en dus zit het seizoen er in de meeste wintersporten, al dan niet bijna, op. Daarom blikken wij in twee delen terug op het seizoen in de World Cups in de diverse sporten, van het ijskanaal tot de pistes en van de schietschijven tot de schansen. Vandaag deel twee, met daarin langlaufen, schansspringen, de noordse combinatie en biatlon.

Langlaufen
Het langlaufen bij de mannen werd gedomineerd door een Noor. Dat was echter niet Petter Northug, waarvan velen dat verwachtten. De tweevoudig winnaar van de World Cup kende door veel randzaken een matig seizoen. Het was zijn landgenoot Martin Johnsrud Sundby die het seizoen van zijn leven kende. Hij won niet veel wedstrijden, maar deed altijd mee voorin en presteerde zo zeer constant.

In januari werd uitgerekend Sundby de eerste Noorse man die de Tour de Ski won. Hij won uiteindelijk de World Cup met een gigantisch verschil ten opzichte van de Rus Alexander Legkov. De beker op de sprint ging ook naar een Noor. Ola Vigen Hattestad won de titel al in 2008 en 2009 en keerde dit seizoen met olympisch goud en de World Cup terug op het allerhoogste niveau.

Bij de vrouwen ging de strijd tussen Therese Johaug en Marit Bjørgen uit Noorwegen. De twee rivalen zouden normaal gesproken samen met Justyna Kowalczyk bepalen wie aan het langste eind trekt, maar de Poolse titelverdedigster moest door blessures veel wedstrijden missen. De winnares van vier World Cup-titels werd zo slechts twaalfde. Dat betekende echter niet dat het minder spannend was.

Pas in de allerlaatste wedstrijd van het seizoen pakte Johaug de beker door in Falun de seizoensafsluiter te winnen. Na achtereenvolgens vierde, derde en tweede te zijn geworden was het voor Johaug een mooi vervolg van haar carrière. De beker op de sprint was opnieuw voor de Amerikaanse Kikkan Randall, die Denise Herrmann uit Duitsland aftroefde.

Zoals altijd was het einde van het seizoen een moment van afscheid, maar voor het Duitse langlaufen was het daardoor wel een heel bijzondere tijd. Tijdens de 50 kilometer in Oslo namen Tobias Angerer en Jens Filbrich gezamenlijk afscheid. Twee weken eerder deed Axel Teichmann op de Olympische Spelen hetzelfde. Samen waren deze drie oudgedienden goed voor maar liefst 44 seizoenen in de World Cup. Teichmann won de kristallen bol in 2005, Angerer deed dat de twee jaren daarna. Verder pakten ze ontzettend veel medailles op Spelen en WK's, vooral als team in de estafettes. Hoewel de legendarische generatie geen wereldtop meer was zullen ze zeker gemist worden. 

Drievoudig World Cup-winnaar Dario Cologna maakte door een blessure pas een week voor de Olympische Spelen zijn internationale rentree. Hij won echter wel twee keer olympisch goud, bij zijn derde kans stond een gebroken ski hem in de weg. Na de Spelen startte hij nog één keer, maar halverwege gaf hij op. (Foto: PRO SHOTS/Bildbyran)
Drievoudig World Cup-winnaar Dario Cologna maakte door een blessure pas een week voor de Olympische Spelen zijn internationale rentree. Hij won echter wel twee keer olympisch goud, bij zijn derde kans stond een gebroken ski hem in de weg. Na de Spelen startte de Zwitser nog één keer, maar halverwege gaf hij op. (Foto: PRO SHOTS/Bildbyran)

Schansspringen
Titelverdediger en favoriet Gregor Schlierenzauer begon sterk aan het seizoen met twee overwinningen. Vervolgens viel hij echter ver terug met teleurstellende uitslagen. Tijdens de Vierschansentournee moest hij genoegen nemen met de achtste plaats, een grote domper voor de winnaar van de vorige twee edities. Kamil Stoch daarentegen liet zien dat hij een grote stap omhoog had gemaakt. De Pool presteerde zeer constant en won maar liefst zes wedstrijden. Nog voor de laatste wedstrijd was hij al zeker van winst in de World Cup.

Het hele seizoen was er een kleine groep springers die continu in de bovenste regionen vertoefden. Naast Stoch hoorde ook de Sloveen Peter Prevc daarbij. Hij kende zijn definitieve doorbraak en werd tweede in de eindstand. Ook Severin Freund en Anders Bardal hadden een sterk seizoen. Een speciale vermelding verdient Noriaki Kasai. De 41-jarige Japanner eindigde het seizoen voor het eerst in tien jaar bij de beste tien van de wereld, hij werd vijfde. Het meest opvallende was dat hij deelnam aan 23 individuele wedstrijden in de World Cup en alleen bij de eerste daarvan haalde hij niet de beste tien. 

Bij de vrouwen ging de titel, evenals een jaar eerder, naar de jonge Japanse Sara Takanashi. Ze stond bij alle achttien wedstrijden op het podium en won er maar liefst vijftien. Hierdoor kwam de prolongatie van haar World Cup-titel geen moment in gevaar. De enige vrouw die haar vorig seizoen kon bedreigen, Sarah Hendrickson, scheurde in het voorseizoen haar kruisband af. Hierdoor sprong de Amerikaanse slechts één wedstrijd, tijdens de Spelen in Sochi werd ze 21e.

Na 25 jaar heeft Kasai eindelijk zijn zo vurig gewenste individuele olympische medaille (Foto: PRO SHOTS/GEPA)
Na ruim twintig jaar pakte Kasai eindelijk zijn zo vurig gewenste individuele olympische medaille (Foto: PRO SHOTS/GEPA)

Noordse combinatie
Op de noordse combinatie was het opnieuw het seizoen van de Duitser Eric Frenzel. Nadat hij vorig jaar op overtuigende wijze de kroon overnam van de Fransman Jason Lamy Chappuis liet hij nu niemand in de buurt komen. De basis voor een nieuwe eindzege legde hij al direct aan het begin van het seizoen door drie van de eerste vier wedstrijden te winnen. Vervolgens ging het wat minder, maar in januari gaf hij met vier opeenvolgende zeges de concurrentie een keiharde genadeklap.

Op de Olympische Spelen liep Frenzel na de eerste wedstrijd, waar hij goud won, een virusinfectie op. Hierdoor moest hij vooral voor het langlaufen veel kracht inleveren. Na de Spelen kwam hij individueel nog maar één keer op het podium, maar de eindzege kwam niet meer in gevaar. Opvallend waren ook de prestaties van zijn landgenoot Johannes Rydzek. Hij won na de Spelen drie wedstrijden op rij en werd knap tweede in het eindklassement. 

Een noviteit in de sport was de zogenaamde Nordic Combined TRIPLE. Dit was een reeks van drie wedstrijden in drie dagen in het Oostenrijkse Seefeld. De sprongen waren elke dag van dezelfde schans, maar het langlaufen verschilde. Op de eerste dag stond er vijf kilometer op het programma, een dag later het dubbele en op de afsluitende dag moest men vijftien kilometer afwerken. Alleen de beste vijftig van dag één mochten de volgende dag meedoen en de beste dertig plaatsten zich voor de slotwedstrijd. Niet geheel onverwacht ging de zege naar Frenzel, die alle drie wedstrijden won.

Met het oog op de toekomst wordt er komende zomer ook voor het eerst een trainingskamp gehouden voor vrouwen. Er zijn nog geen internationale vrouwencompetities binnen de noordse combinatie, maar dat kan langzamerhand dus gaan veranderen. 

Frenzel op weg naar olympisch goud, voor hij een virusinfectie opliep (Foto: PRO SHOTS/GEPA)
Frenzel op weg naar olympisch goud, voor hij een virusinfectie opliep (Foto: PRO SHOTS/GEPA)


Biatlon
Voorafgaand aan het seizoen waren er opnieuw twee favorieten bij de mannen. Titelverdediger Martin Fourcade had de grootste kans om te winnen, terwijl de Noor Emil Hegle Svendsen het de Fransman wel eens moeilijk zou kunnen maken. Fourcade begon het seizoen met een dramatisch optreden tijdens de gemengde estafette in Östersund, maar vervolgens won hij drie van de eerste vier wedstrijden. Daar zouden later nog 'slechts' twee overwinningen bij komen, maar zijn leidende positie kwam geen moment meer in gevaar. Svendsen kende een zeer wisselvallig seizoen. Doordat hij in de eerste twee weken van januari zowel in Oberhof als in Ruhpolding twee keer won kon hij toch voor de vierde keer op rij tweede worden in de eindstand van de World Cup.

Zoals bijna elke sport kende ook het biatlon grote verrassingen. In negatieve zin was dat toch wel Andreas Birnbacher bij de mannen. De Duitser werd in de vorige seizoenen vijfde en derde, maar presteerde in de eerste seizoenshelft erg matig. Na één optreden tijdens de Spelen in Sochi beëindigde hij zijn seizoen in verband met een operatie.

Een positieve verrassing was er echter ook in de persoon van Johannes Thingnes Bø. De vrolijke Noor is pas twintig jaar jong, maar liet vooral bij vlagen geniale prestaties zien. In pas zijn eerste volledige seizoen was hij al bij de derde stop van de World Cup, Annecy-Le Grand Bornand, veruit de beste in de sprint en achtervolging. Daarna werd het wat minder, maar in maart was hij in het Finse Kontiolahti oppermachtig met zeges in beide sprints en de achtervolging. Mede door zijn vijf zeges werd hij zeer knap derde in de eindstand.

Johannes Thingnes Bø, broertje van voormalig World Cup-winnaar Tarjei, maakte in zijn eerste echte seizoen grote indruk (Foto: PRO SHOTS/Bildbyran)
Johannes Thingnes Bø, broertje van voormalig World Cup-winnaar Tarjei, maakte in zijn eerste echte seizoen grote indruk (Foto: PRO SHOTS/Bildbyran)

De strijd bij de vrouwen bleek bijzonder spannend. In het begin van het seizoen ging de Tsjechische Gabriela Soukalova aan de leiding, maar later ontwikkelde zich een gevecht tussen drie vrouwen die duidelijk de sterksten bleken. Darya Domracheva, winnares van drie keer olympisch goud in Sochi, werd uiteindelijk derde in de eindstand. Ze won weliswaar vier wedstrijden, een aantal negatieve uitschieters en het missen van twee wedstrijden zorgden ervoor dat ze opnieuw naast de World Cup greep.

Tegen de tijd dat alleen de massastart in Oslo nog op het programma stond waren er nog twee kandidaten over. Tora Berger zou het in haar laatste internationale wedstrijd voor eigen publiek opnemen tegen Kaisa Mäkäräinen. Berger had tot dan slechts één wedstrijd gewonnen, maar presteerde verder wel zeer contant. De Finse kwam pas na de Spelen goed op dreef. In Pokljuka werd ze vierde, eerste en tweede maar in eigen land zou ze pas echt haar slag slaan. Voor de enthousiaste fans in Kontiolahti won Mäkäräinen zowel de eerste als de tweede sprint en de achtervolging. Die zeges bleken aan het eind de doorslag te geven voor het veroveren van haar tweede World Cup-titel.

Individueel lukte het niet, maar met de gemengde estafette won Berger toch olympisch goud in Sochi (Foto: PRO SHOTS/GEPA)
Individueel lukte het niet, maar met de gemengde estafette won Berger toch olympisch goud in Sochi (Foto: PRO SHOTS/GEPA)

Ook bij de vrouwen waren er verrassingen te noteren, maar vooral in positieve zin. Het Duitse biatlon leverde met Laura Dahlmeier en Franziska Preuß twee grote talenten af. Aan het eind van vorig seizoen kwam Dahlmeier al met zeer veel bombarie de World Cup binnen, waarmee ze direct liet zien wat ze in huis had. Dit seizoen werd ze constanter en eindigde ze de World Cup op de vijftiende plek. De laatste race wist ze zelfs bijna te winnen, maar enkele fouten gooiden roet in het eten.

Ook de pas net twintig jaar geworden Preuß liet uitstekende resultaten noteren, maar voor haar was het zelfs echt het debuutseizoen. Dankzij onder andere een mooie vierde plaats in Ruhpolding eindigde ze het seizoen als negentiende. De Spelen en de weken daarna verliepen dramatisch voor Preuß, mede doordat haar goede vriendin en generatiegenoot Julia Pieper zichzelf tijdens de Spelen van het leven beroofde.

De Nederlandse Chardine Sloof was voor het eerst in haar loopbaan bij elke World Cup van de partij. Ze begon het seizoen met een 66e plaats, vorig jaar in Sochi, als beste resultaat ooit, maar dat wist ze meermaals te verbeteren. In Hochfilzen plaatste ze zich voor het eerst voor een achtervolging op het hoogste niveau, door op de sprint 52e te worden. Die positie zou ze een dag later met twee plekken verbeteren. In Antholz haalde ze haar beste resultaat tot nu toe, door de sprint knap als 44e af te sluiten. Met een 49e plaats op de achtervolging pakte ze al haar derde klassering binnen de beste vijftig.

Zoals altijd, vooral in een olympisch seizoen, werd er ook nu veel afscheid genomen. Bij de mannen sloten de Zweden Björn Ferry en Carl-Johan Bergman hun loopbaan af, net als de bijna veertig jaar oude Oostenrijker Christoph Sumann. Vooral lolbroek Ferry zal door velen buiten de wedstrijden om gemist worden. Ook twee vrouwen met een illustere loopbaan namen afscheid. Voor achtvoudig wereldkampioene en tweevoudig olympisch kampioene Tora Berger viel het doek. Ook de Duitse Andrea Henkel, al ruim tien jaar een van de beste biatletes ter wereld, hing haar wapen aan de wilgen.